AEMULATIO 1948-2023

franck gribling

75 jaar kunst en kunstenaars

10 nov 2023
t/m
12 jan 2024

sociëteit

Opening:
vrijdag 10 november 2023 16:00u
Openingstijden: maandag t/m vrijdag 12:00 - 18:00u

Een collectie is niet zomaar een verzameling objecten, maar weerspiegelt de verzamelaar er achter Dat geldt zeker voor een kunstenaar verzameling. Die geeft een inzicht in de wereld van de kunstenaar, zijn voorkeuren, zijn contacten. Vaak is een kunstenaarscollectie door onderlinge ruil tot stand gekomen. Er is ook altijd een element van wedijver aanwezig. De kunstenaar meet zich in de werken om zich heen, met de kwaliteiten van door hem gewaardeerde collega’s. Daar bestaat de term AEMULATIO voor, een begrip uit de klassieke oudheid, dat sinds de Renaissance weer populair werd. Een schoolvoorbeeld hiervan was de wisselwerking tussen Picasso en Matisse, die elkaar goed in de gaten hielden en werk van elkaar bezaten.

De keus uit een aantal kunstwerken die ik in de loop van 75 jaar verworven heb, laat ook mijn eigen ontwikkeling in de loop der tijd zien. Er zijn duidelijk verschillende periodes te onderscheiden.

Als beginnend kunstenaar had ik vooral contact met de Experimentelen, Appel en Wolvecamp, die mij stimuleerden in een werkwijze. Zowel de gouache van Appel als de tekening van Wolvecamp in de tentoonstelling, koester ik sinds begin 1949 als een soort kwaliteit toetsstenen, zoals de Nabis werk van Gauguin bezaten als talisman. Daarna ontwikkelde ik zelf een Informelere beeldtaal, verwant aan die van Armando en Bogart, waar ik mee bevriend was. In de jaren vijftig was dat de dominerende richting.

Rond 1960 kwam ik in contact met een jongere generatie, onder andere verenigd in de Nadagroep (Rik van Bentum, Mark Brusse), en ook met kunstenaars als Jan Cremer en Theo Niermeyer. Vooral met de laatste exposeerde ik geregeld samen. De jaren zestig werden gekenmerkt door een jeugdig elan en een nieuwe voorstellingswereld.

Het was ook de tijd van Zero, reductie tot Nul en minimalisering van de beeldtaal. Ik verkeerde midden jaren zestig in de kring rond Galery Swart in Amsterdam en Orez in Den Haag, een onbegrensde ruimte opende zich. Struycken zette met zijn systematische abstracties, een stap voorbij Mondriaan. Zo waren er meer op zoek naar een Nieuwe Abstractie, een tentoonstelling die ik toen samenstelde. Structuur en herhaling, fabrieksmatige productie was kenmerkend.

Zelf bracht ik in de tweede helft jaren 60 enige tijd door in New York. Vriendschap met Jan Henderikse werd in die tijd closer. Terug In Nederland kwam ik als gastdocent op de Ateliers 63 in Haarlem in contact met weer een nieuwe generatie, waaraan ik vooral Sjoerd Buisman als vriend heb overgehouden. Hij zette de natuur naar zijn hand. Van hem is onder andere een vroeg begroeid doek in de collectie te zien.
Aansluitend was ik betrokken bij het performancecentrum De Appel. Aan mijn project Art for the Millions nam onder meer Albert van der Weide deel. En zo ging het door. Met sommige kunstenaars deelde ik het atelier. Zo werd John Blake een goede vriend. Zijn gebruik van grafiet, heugt mij nog,omdat het poeder doordrong in alle hoeken en gaten van mijn omgeving.

Daarna ontwikkelde zich in de jaren 80, de tijd waarin ik, dankzij mijn ontmoeting met Hendri van der Putten, de schilderkunst weer ontdekte, een Punk mentaliteit, met een andere kijk op de vrijheid van de kunst. De tijd van Aorta, waar ik voor werd uitgenodigd om er werk te tonen. Mantje leerde ik in die tijd kennen en waarderen. Willem Sanders intrigeerde mij , als een outsider.

In de jaren negentig streek ik neer In Antwerpen. Weer nieuwe vrienden. Ludo Mich, Wout Vercammen, maar ook mijn toenmalige partner Ellie Vossen. In de Branderij van Martin Uit den Boogaart en Phil Bloom was veel te zien.Later opende ik zelf een ruimte voor kunstprojecten : Locus Solus, waar mijn voorkeuren gepresenteerd werden, een echo van wat ook in mijn collectie was opgenomen.
Als nieuw lid van Arti in Amsterdam organiseerde ik daar onderwijl verschillende tentoontellingen (Beyond Performance en Naar de Oude Meesters) die ook nieuwe perspectieven openden. Zo leerde ik Marie Jose Robben kennen en waarderen om haar verf beheersing en coloriet.
En vervolgens…. met een open oog verder, tot op de dag van vandaag. De tentoonstelling Aemulatio is het verslag van een avontuur dat hopelijk nog niet afgesloten is.

Beeld: Aldert Mantje, Aemulatio, Artistfriends (Gribling, Armando, Bogart, Engels, Buisman) 2017