Toon galerij
‘Filosofisch krabben is krabben dat jeuk teweegbrengt… Het is beter niet te krabben. Maar wie nooit heeft gekrabd, op een zwoele zomernacht, nat van het zweet, uitgeput en slapeloos, met het scherp van de nagels en tot bloedens toe, hopeloos en zonder verlichting – wie nooit heeft ondervonden hoe het genot uiteindelijk toch nog een gestalte kan worden van de kwelling – die heeft misschien ook wel een kleinigheid gemist.’
‘Een verlangen naar ontroostbaarheid’ , uit het slotessay ‘Moet men krabben waar het jeukt?’,
Patricia de Martelaere.